Charles Dickens Onze wederzijdse vriend
Onze wederzijdse vriend Zonder aanwijsbare reden is John Rokesmith door Boffin smadelijk weggejaagd. Bella Wilfer, die hem niet zetten kon, voelt de onrechtvaardigheid hiervan, kiest zijn partij en verlaat uiteindelijk het gastvrije huis. Trouwens met de Boffins gaat het niet goed, er zijn nachtelijke graafpartijen tussen de vuilnishopen, Silas Wegg koestert zwarte plannen om zijn letterlievende weldoener de das om te doen, bijgestaan door de zonderlinge meneer Venus, die een vreemdsoortig bedrijf in geraamten en opgezette dieren het zijne noemt. Uit de kille deftigheid der Podsnaps worden, als kinderen uit de hemel, twee veelbelovende toonaangevers buitengesloten, die nu geheel zijn aangewezen op het gezelschap dat zij in minder veeleisende kringen kunnen vinden, o.a. de Boffins. In een laat berouw over de Jood Fagin uit Olivier Twist voert de schrijver nu een aangenamer vertegenwoordiger van hetzelfde ras ten tonele, en een vreemd kabouterachtig wezentje dat poppenkleren maakt.
19,99
