Arthur Schnitzler Vlucht in de duisternis
Vlucht in de duisternis Arthur Schnitzler (Wenen 1862-1931) was de grootste Oostenrijkse schrijver van het fin de siècle. Vlucht in de duisternis uit 1931 gaat over de verhouding tussen twee broers. Enerzijds is er Otto, een gereputeerde zenuwarts, en anderzijds zijn jongere broer Robert, een lichtzinnige ambtenaar, die lijdt aan hypochondrie en dwanggedachten. Het is het allerlaatste boek dat Schnitzler publiceerde. De novelle was al twintig jaar af, maar de schrijver weigerde het manuscript te laten drukken. In de tragische figuur van Robert had de schrijver, die zelf een psychisch wrak was, te veel van zichzelf blootgegeven. Op de dag dat Schnitzler de eerste, overigens lovende, recensie over deze zo lang verzwegen novelle ontving, stierf hij. Vlucht in de duisternis is nu voor het eerst vertaald in het Nederlands door Jef Rademakers. Al eerder vertaalde hij de debuutnovelle Sterven uit 1893 en het geruchtmakende Beate en haar zoon uit 1913. 'De veelzijdige vertaler Jef
18,95
